Is de reshoring-wens nog in leven?
Na de COVID-19-pandemie en de chaos in de wereldwijde toeleveringsketens die daarop volgde, stond het concept van reshoring en nearshoring hoog op de agenda van de Europese industrie en politiek.
Is de reshoring-wens nog in leven?
Na de COVID-19-pandemie en de chaos in de wereldwijde toeleveringsketens die daarop volgde, stond het concept van reshoring en nearshoring hoog op de agenda van de Europese industrie en politiek. De coronacrisis liet de kwetsbaarheden zien in onze afhankelijkheid van verre productieplaatsen, wat leidde tot een hernieuwde roep om productieprocessen terug naar Europa te halen. De gedachte was dat door arbeidsproductiviteit in Europa te verhogen en fors te investeren in smart manufacturing, de Europese industrie haar concurrentiepositie ten opzichte van lagelonenlanden zou kunnen versterken. Daarnaast zou een terugkeer van productie naar eigen bodem bijdragen aan een beter duurzaamheidsprofiel.
In de nasleep van de crisis werd reshoring als hét antwoord gepresenteerd om Europa minder afhankelijk te maken van verre oorden en de economische weerbaarheid te vergroten. Maar nu de economie te maken heeft met een afkoeling, blijft het opvallend stil rondom deze plannen. Ook de verwachte investeringen in smart manufacturing lijken uit te blijven of zijn vertraagd.
De stagnatie van innovaties
Een van de sectoren die momenteel worstelt, is de Europese auto-industrie. Terwijl de vraag naar elektrische voertuigen toeneemt, kampen autofabrikanten met stijgende kosten, toeleveringsproblemen en toenemende concurrentie uit China. Europese regeringen overwegen daarom extra importheffingen op in China geproduceerde voertuigen, een maatregel die wellicht meer symbolisch is dan effectief.
De fundamentele uitdaging ligt namelijk dieper. Terwijl Europa zijn blik richt op tijdelijke oplossingen zoals importheffingen, investeert China — vaak gesteund door overheidsbeleid — onafgebroken in smart manufacturing en robotisering. De Chinese merken, zoals BYD, slagen erin om met 60 tot 70 % minder personeel dezelfde output te realiseren als hun Europese tegenhangers. Deze voortdurende verbetering van de efficiëntie is een teken dat China vastbesloten is om zijn concurrentiepositie verder te versterken.
Een langetermijnvisie nodig voor Europa
Om deze kloof te dichten, heeft Europa meer nodig dan enkel heffingen en protectionistische maatregelen. Wat ontbreekt, is een langetermijnstrategie die bedrijven stimuleert om te investeren in slimme technologieën en innovatie. Een kortstondig beleidsprogramma zal niet volstaan om de concurrentieslag met landen als China te winnen. Wat nodig is, is een innovatieagenda voor de komende 25 jaar, een plan dat bedrijven de zekerheid biedt dat het loont om te investeren in technologieën zoals automatisering, AI en smart manufacturing.
Zonder zo'n visie blijft Europa marktaandeel verliezen en zal het steeds moeilijker worden om de industrie te laten floreren in een wereld waarin productiviteit en technologische vooruitgang de belangrijkste succesfactoren zijn.
Conclusie
De reshoring-wens lijkt, ondanks de aanvankelijke aandacht, steeds verder naar de achtergrond te verdwijnen. Zonder grootschalige en langdurige investeringen in smart manufacturing en een duidelijke innovatie-agenda voor de toekomst, loopt Europa het risico om blijvend terrein te verliezen aan landen zoals China. De uitdagingen zijn groot, maar met een gerichte strategie kan Europa opnieuw concurrerend worden op het wereldtoneel.
Jeroen ter Steege
Event director De Nederlandse Metaal Dagen